Zaterdag 25st, Augustus 12:27:0 Pm

Zuloo |
---|
49 jaar vrouw, Krab |
Slenaken, Netherlands |
Deutsch(Beginner), Maleis(Gemiddeld) |
Technoloog, Duiker |
ID: 7161264299 |
Vrienden: ndl-feistygator |
Profiel | |
---|---|
Geslacht | Vrouw |
Kinderen | 3 |
Hoogte | 178 cm |
Toestand | Gratis |
Onderwijs | Hoger onderwijs |
Roken | Ja |
Drink | Ja |
Communicatie | |
Naam | Pamela |
Bekeken: | 6746 |
Nummer: | +312618-951-37 |
Stuur een bericht |
Beschrijving:
Een goede crisis hoeft niet lang te duren. Voor mijn laatste was anderhalve week genoeg, wat overigens niets over de diepte ervan zegt. Van buiten gezien was het een manische opstoot, die veel in zich had om uit te groeien tot een psychose. Alle zeilen moesten bij om echt erg te voorkomen. Of ze moesten juist gestreken, om de vaart eruit te halen. Het was nogal een beweging waarin ik was beland. Het is ondoenlijk, al wil ik het nog zo graag, te omvatten wat die dagen me hebben gebracht.
Ik weet al niet meer wat er door me heen ging, met welke uitnodiging het universum nou precies kwam. Het is als een droom. Van het onderdompelen in die stroom herinner ik me vooral dat het ondanks de ellende een hele rijkdom in zich had. Ik blijf daarom zoeken naar geschikte woorden. Vermoedelijk moet ik ervoor terug naar een middag bij de plas.
Doorgewinterde zwemmer Willem was naar het veld gekomen en had, na wat dralen en niet om een bepaalde reden, besloten op de kant te blijven. Dat klonk goed, vond ik. Zij vond het oké als ik het eens wilde gebruiken. De frase kwam op en bleef me bij tijdens de recente verwarrende periode. In alle bescheidenheid durf ik te zeggen dat die zo kort was vanwege mijn grote moed het niet te doen, er niet op in te gaan.
Ik wilde de koningin een mail sturen. Gezien haar leeftijd past de titel prinses wellicht beter. Ze is hoe dan ook van adel. Ze had in Volkskrant Magazine verteld twee keer per week in de plas te zwemmen, de mijne, de onze. Ze zou dat doen tot het schaatsseizoen begon, en daarna weer vanaf april, als het water nog best koud was.
Het leek me goed haar erop te wijzen dat ze ook het hele jaar door kon zwemmen en dat ze van harte welkom was bij de winterzwemclub. Om een ongemakkelijke verrassing te voorkomen kon ik niet weglaten dat het onze voorkeur heeft naakt te water te gaan. Helaas kon ik haar adres niet vinden. Dat was bij de echte koningin een stuk makkelijker. Toen Beatrix nog op de troon zat, had ik eens een aan haar geadresseerde envelop op de bus gedaan.
De afzender, een medepatiënt, mocht op dat moment niet van de afdeling. Ze wilde geen antwoord geven op mijn vraag wat ze de majesteit had geschreven. Ik betwijfelde of die brief de eerste schifting van de hofhouding zou passeren. Ik heb mijn bericht maar naar de afdeling publiciteit van de uitgeverij gestuurd. Mogelijk fungeert die als hofhouding voor Marieke Lucas. Mijn hoop is dat ze het doorsturen.
Blijft het nog de vraag of de schrijfster toekomt aan lezen en beantwoorden. Ze wordt vast bedolven onder interviewverzoeken, fanmail en eigenaardige voorstellen. Ondanks dat ik vorig jaar opnieuw naar de overkant en terug zwom, kan ik toch weer zenuwachtig zijn als ik verder van het veld ga, ook langs de oever en ook met de zwemboei bij me. Ik heb geen zin om actief mijn grens te verleggen en de afstand uit te breiden.
Het bevalt me goed om als het ware baantjes langs het riet te trekken, heen en terug naar punten tot waar het comfortabel is. Aan het begin van een zwemsessie is dat wat verder en naarmate mijn lijf kouder wordt steeds iets dichterbij. Zo deed ik in de buurt van het veld mijn schoolslag. Op een moment dat mijn hoofd boven water kwam, hoorde ik een ruis.
Ik hield in en keek naar het riet waar het geluid vandaan kwam. Het slingerde heen en weer. Halmen zwiepten. Er braken stengels af. Er vlogen delen van de lucht in. Er ging een kleine maar ruige wervelwind doorheen. Mijn geest neigde ernaar om het verschijnsel betekenis te geven en het ergens aan te koppelen. Aan het ontstaan van graancirkels bijvoorbeeld, waar ik een tijdje aandacht aan heb besteed en die nog steeds een plek in mijn hart hebben.
Of aan Kees die afgelopen najaar bij dezelfde watertemperatuur ongeveer op deze plek verdronk. Maar ik hield het liever bij wat het was. Vanwege de ongewoonheid dacht ik nog even dat het een illusie betrof, een waanvoorstelling. Bij het volgende baantje zag ik stukken riet in het water. Het was echt geweest. Dit is een van de lichtere problemen rond corona: er is bij de plas bij zonnig weer niet genoeg plek op het veld.
Er liggen dan zo veel zonaanbidders dat het niet mogelijk is altijd anderhalve meter afstand te bewaren. Met vier langs de beschoeiing is de weg naar het water geblokkeerd. Ik begrijp niet dat je zo lang de zon op je blote lijf wilt laten schijnen. Een kwartier is meer dan genoeg. Ik laat me vóór het zwemmen even opwarmen en doe dito na afloop. Het grootste deel van de tijd ben ik in het water. Dat begrijpen anderen weer niet, dat ik zo lang in 15 graden zwem.
Moet ik er wel bij kunnen. Het probleem is te omzeilen door in de ochtend te gaan. Dan is het nog rustig. Een andere optie is een zwembroek mee te nemen en bij drukte een textielstrandje verderop te bezoeken. Daar ben ik niet de enige in. Ik voelde me geroepen bewustzijn te kweken. Daar ben ik van genezen, maar voortvarend als ik kan zijn, had ik al een A4 geprint en geplastificeerd.
Het simpele idee komt van een andere winterzwemmer. Als ieder zijn of haar verblijfsduur beperkt, kunnen meer mensen gebruik maken van de beschikbare ruimte. Ik heb het deze week bij de toegang opgehangen. Het is nog afwachten of het effect heeft. Ik laat het er verder bij en kijk uit naar wat meer bewolking.
Dit gaat over zitten en over zwemmen. Als Melanie zegt dat ze gaat zitten, weet ik precies wat ze bedoelt en vat ik dat bovendien op als een uitnodiging om mee te doen met mediteren. Ik had een lange periode moeite me daartoe te zetten en als ik dan zat om de voorgenomen tijd vol te maken. Het was een gevecht geworden. Zo ging het niet langer.
Ik nam het besluit er helemaal mee te stoppen. Sindsdien mediteer ik weer met plezier en met gemak. Daar is uiteraard niets raars aan, gezien de ontberingen die het buiten baden met zich meebrengt. Toch heb ik het de laatste winters zonder veel moeite gedaan. Het is me een klein raadsel hoe dat verschil te verklaren. Er zijn wel wat dingen anders dan voorheen. Het begon met het verdwijnen van de houtwal.
Min of meer bij toeval was ik het, die samen met Willem op gesprek ging bij het recreatieschap. Daar wierp ik mezelf op als contactpersoon tussen zwemmers en instantie. Ik werd daardoor ook aanspreekpunt over de eventuele verhuizing naar een andere locatie. Er was een door mij geleide vergadering. In januari en februari portretteerde ik alle zwemmers, nog nat want net uit het water, en liet ik voor ieder een fotoboek drukken.
In de zomer haalde ik de midzomerduik van stal en later een vollemaansduik, minder drukbezocht maar zeker ook geslaagd. In het voorjaar had ik al het blaadje MGT Met gezonde tegenzin nieuw leven ingeblazen. In het aprilnummer stelde ik voor een Whatsapp-groep aan te maken. De animo was in het begin niet groot, maar de groep kwam er. Hij groeide volop in de maanden daarna, mede naar aanleiding van de dood van Kees, waarbij het communicatiemiddel goed van pas bleek te komen.
Kort na het overlijden van Kees heb ik het initiatief genomen voor een herdenkingsnummer van MGT. Het werd zeer gewaardeerd. O, en dan vergeet ik bijna te noemen dat ik regelmatig de watertemperatuur meet en deel.